Geliefde van de Heere, vrede zij met u!
Laten we verder nadenken over de tweede zendingsreis van de apostel
Paulus. Een belangrijke gebeurtenis voor de vestiging van het
christendom in Europa was de stichting van een kerk in de stad
Korinthe.
Zoals altijd begon in alle steden de evangelisatie in de synagoge. Wij
lezen een getuigenis in de Handelingen der Apostelen: “En elke sabbat
sprak hij (Paulus) in de synagoge, en overtuigde de Joden en de
Helenieten … dat Jezus de Messias is … En Crispus, de overste van
de synagoge, geloofde in de Heer met zijn gehele huis, en velen van de
Korinthiërs geloofden en lieten zich dopen” (18:4,5,8). Zo werd de
gemeente gevormd en bekeerden velen van de heidenen zich tot de
levende God.
Maar de Joden, samen met de nieuwe overste van de synagoge, Sosthenes,
hitsten het volk op tegen Paulus, en brachten hem voor de proconsul
Gallio. Hij vond de beschuldiging tegen Paulus geheel ongegrond en
verbande hen uit het gerchtshof. Wij vervolgen in dit verhaal: “Maar
al de Grieken, toen zij Sosthenes, de overste van de synagoge, grepen
en hem voor de rechtbank sloegen; en Gallio was niet in het minst
verontrust” (Handelingen 18:17). Waarom breng ik dit naar boven?
Volgens de algemene opinie van hen die de Schrift zorgvuldig lezen,
wordt in 1 Korinthe 1:1 “Paulus, een apostel van Jezus Christus,
geroepen door de wil van God, en een broeder van Sosthenes…”,
dezelfde Sosthenes bedoeld, de vroegere heerser van de synagoge, die
Paulus vervolgde. Tegen die tijd was hij niet alleen een christen
geworden, maar ook een medewerker in het werk van de Heere.
Zo was de voorzienigheid van God over hem.
Dominee D.M. Vinogradsky 5.03. 22.