Geliefden van God – vrede zij met u!
Vraag: Wat gaat er vooraf aan het ware berouw, hetzij bij de bekering
(aan het begin van de geestelijke vorming), hetzij bij de vervolmaking
ervan. Een voorbeeld voor ons is de geestelijke ervaring van de
psalmist David. Hij legt het uit in Psalm 38. We lezen: “… ik ben
mij bewust van mijn ongerechtigheid, ik ben gebroken om mijn zonde…”
(vers 19). Allereerst moet men zich de ware toestand van zijn situatie
realiseren; zichzelf een waarheidsgetrouwe beoordeling geven van zijn
bedoelingen, daden en handelingen. In hoeverre deze in overeenstemming
zijn met Gods geboden. Indien het tegendeel wordt vastgesteld, moet
men zich bewust zijn van zijn zondigheid. Maar dit is nog niet genoeg!
David roept uit: “…ik heb spijt van mijn zonde…”. Wat betekenen
deze woorden? Berouw is een toestand van grote bezorgdheid,
benauwdheid, ontevredenheid. Het is de schreeuw van de ziel! Hier is
hoe de Psalmist deze toestand beschrijft: “…Mijn zweren stinken, ze
etteren vanwege mijn dwaasheid…Want mijn lendenen zijn vol zweren,
en mijn vlees is niet heel… Ik ben buitengewoon vermoeid en
gerafeld; ik huil met smart in mijn hart” (vers 6,8,9). Het is het
besef van schuld en gebrokenheid van hart dat ons leidt tot waarachtig
berouw over de zonde, telkens als we die begaan.
Pastor D.M. 1.03.23.